Waterbeheer en houten schepjes
Sommige historische gebeurtenissen zijn soms nog lang terug te zien in het landschap. Dat geldt zeker ook voor de vorming van Utrecht 900 jaar geleden. Door de aanleg van de singel, die toen van start ging, ontstond de harpachtige vorm van de (binnen)stad. Maar ook de oorsprong van de voor Utrecht zo kenmerkende Oudegracht gaat terug tot die tijd, net als de Vaartsche Rijn langs de Jutfaseweg. Dat laatste had alles te maken met de toenmalige bisschop Godebald die de (Kromme) Rijn bij Wijk bij Duurstede liet afdammen om het land tussen Wijk en Utrecht te kunnen ontginnen. Daar was namelijk een lagere en beheersbare waterstand voor nodig. 1122 is dan ook het begin van het waterbeheer in de Utrechtse regio. Maar dat had nogal wat consequenties! Want met het afdammen van de Rijn raakten de Utrechtse handelaren ook een belangrijke vaarweg kwijt. Aangezien vrijwel alle handel per schip werd vervoerd, moest er snel een nieuwe vaarroute komen. Dat gebeurde door het graven van een kanaal vanuit Utrecht helemaal naar de Hollandsche IJssel in het zuiden. Van daar konden de schepen koers zetten naar de Lek om zo hun weg te vervolgen naar het Duitse achterland of de zee. Op papier klinkt dat simpel. Maar wat betekende het in werkelijkheid? Een kanaal graven van ruim acht kilometer lang, met als belangrijkste gereedschap houten schepjes?! Het is 900 jaar later maar moeilijk voor te stellen hoe dat is gegaan. En toch gebeurde het. Want alleen zo kon de handel doorgaan, terwijl het gebied tussen Utrecht en Wijk werd omgetoverd tot boerenland. Dus als je vandaag of morgen langs de Oudegracht of over de Jutfaseweg fietst, is het goed om je weer eens te verbazen over wat de Utrechters vóór ons allemaal voor elkaar hebben gekregen!
René de Kam